OP REIS NAAR DENEMARKEN
Op de druk bijgewoonde wekelijkse persconferentie van de eerste minister verliep weer alles naar wens. Verhofstadt zei: ‘jongens, we hoeven ons nergens druk in te maken, alles gaat goed in België. Zijn er nog vragen?’
Op de druk bijgewoonde wekelijkse persconferentie van de eerste minister verliep weer alles naar wens. Verhofstadt zei: ‘jongens, we hoeven ons nergens druk in te maken, alles gaat goed in België. Zijn er nog vragen?’
Hoera, het is weer zomer! Vrolijk en fris gewassen en geschoren loop ik door mijn goede stad Gent. Ik heb een paar centen op zak en er bestaan mensen die van mij houden. Soms moet een mens gewoon content durven zijn met zijn lot en niets meer willen wensen.
Binnen mijn uitgebreide oeuvre bestaat er in wezen slechts één thema, zo heb ik door zelfstudie ontdekt. Het gaat altijd over een puber van ongeveer veertien jaar die zich op duistere plekken gaat verstoppen om daar op zijn gemakje zijn private geslachtsdelen te stimuleren zodat hij er persoonlijk flink veel deugd van heeft en dusdoende tot een seksueel hoogtepunt komt dat hem een vorm van vervulling schenkt en een vrede met de wereld die rondom hem verder woedt. Daar komt het in mijn liederen en mijn essays voortdurend op neer.
Het waren de donkere dagen voor Kerstmis. Ik liep over de Vrijdagmarkt. Ik trachtte zoals zo vaak aan volstrekt niets te denken, hetgeen mislukte.
Aan de Meerseniersstraat kwam ik langs een paar Hollandse kerstinkoopsters gewandeld.
Toen ik gisteravond binnenstuikte op de Rock-Rally in Opwijk blaakte ik al uren op voorhand van zelfvertrouwen. Er kon mij niets gebeuren. Ik had de rockrally al bijna eens gewonnen, tien jaar geleden, had dat kieken van een Stijn Meuris er in laatste instantie geen stokje voor gestoken. Maar we hadden toen toch de finale gehaald met ons gevoelig kleinkunstliederengezeik en we waren zelfs derde geëindigd en we hadden als prijs elk tien drankbonnetjes gekregen.
Wij zijn als kinderen. Zoals een kind zijn wij dat voortdurend veranderingen verwacht en daardoor in een gezegende toestand van verhevenheid leeft. Wij wensen niet in het heden te bestaan maar naar de toekomst uit te kijken. Vandaar de dofheid en de geestelijke armoe en de ontreddering die ons bestaan vaak overschaduwt wanneer wij niet krijgen wat wij wensten.
Ik kan u tot mijn vreugde melden dat ik nog steeds geen lid ben van het legioen der bezitters van een mobiele telefoon. Ik heb wel een gewone telefoon thuis maar die gebruik ik enkel om de hulpdiensten te bellen wanneer er alweer een ongeluk is gebeurd hier in huis.
Ik ging een keer met mijn maat Rocky wat lol gaan trappen, kwestie van ons wat te amuseren. We gingen op café in Ledeberg, want daar kennen ze ons nog niet.
Alleman een gelukkig nieuwjaar. Ik wens ook deze schitterende krant een gezegend jaar toe met allemaal goed nieuws voor de mensen.
In deze samenleving wil iedereen doen wat zijn hartje begeert, anders komt er miserie van. Dat komt door het gedemocratiseerde onderwijs.
Nog niet zo lang geleden bestond dat nog, het niet-gedemocratiseerde onderwijs. Ik heb op mijn vijftiende bijvoorbeeld nog een kaaksmeet op mijn oren gekregen van de studieprefect. Dat deed hij met opzet. Op mijn oren, bedoel ik.
Ik zit hier in de gazet naar tekeningen van Gustav Klimt te staren. Het betreft een artikel over een tentoonstelling van Klimt in Parijs. Het zijn allemaal tekeningen van meisjes die hun eigen geslacht strelen.
Ik verkeer voortdurend in gezelschap. Het is mij verder een raadsel hoe het allemaal ooit tot stand is gekomen.
Het is niet te geloven waar ik mij op mijn gezegende leeftijd nog allemaal mee bezig houd. Het is in wezen een soort zoektocht naar een innerlijke vervulling maar aan de buitenkant lijkt het meestal op een waanzinnig rennen van hot naar her op zoek naar een beetje aandacht voor mijn gevoelens.
De mensen denken dat ik hier de helft van de tijd met mijn duimen zit te draaien en mij dood zit te vervelen omdat ik toch niets te doen heb en alleen de zaterdagavond een paar liedjes moet gaan zingen.
Ik had een verschrikkelijke kater. Het was een echte schobbejak want muizen vangen, dat deed hij niet. Integendeel, hij was een muizenvriend. Snorrebaard zo luidde zijn naam.
Omgaan met seksualiteit, erotiek, het lichamelijke, ziedaar de uitdaging voor het postmoderne individu in een samenleving die openbaarheid in deze materie als uiterst evident beschouwt en deze openbaarheid ook waardeert.
Ik zat rustig een peertje te schillen en plots kreeg dit verhaal een bizarre wending.
Een verzopen novemberochtend in 1978. Ik sta aan de halte. Een kwartier geleden lag ik nog in mijn bed en droomde ik dat het leven een lolletje was dat eeuwig zou duren en ik nooit meer naar school moest. Tot mijn moeder aan het bittere einde van mijn droom kwam zeggen dat mijn droom een leugen was en het leven geen lolletje.
Zij kolkte mij midscheeps aan de hand van Liguriana tipica, als daar zijn: zwellende tieten met tepels als dampende wulken. Zena Leonardini, pijpster van ambacht en met volle teugen. Mijn klaarkomst was nakend, in dit stinkhol in Vicco della Croce Bianca, duistere stille steeg, ter ontratting aanbevolen.
Wanneer er in de toneelstukken van William Shakespeare iemand ten tonele verschijnt, bijvoorbeeld de aartsbisschop van York, dan schrijft onze goeie oude Willy: ‘enter: the Archbishop of York.’
In het verleden bestond Studio Brussel nog niet. Ik spreek nu van de jaren zeventig, toen ik nog een snotjong was. Gelukkig was er Jan Van Rompaey.
Van de Dranouters van de jongste jaren herinner ik mij vooral Sinéad O’Connor. Ik was niet een echt grote fan van dat hysterisch wijf. Iemand die staat te huilen in een videoclip, die vind ik meteen hysterisch, het ligt aan mijn opvoeding, denk ik. U weet het nog wel, dat stomme liedje van Prince, Nothing compares to you.
Mijn zwijgen strekt zich uit over de koele aarde. Mijn ziel rust in haar bedding van zacht ronkend bloed. Overweldigend geuren de gele rozen in de tuin, aan het firmament onder avondzon fladdert de gouden koperwiek en ik ben in het reine met mezelf.
Er is weer een bom geld verdiend in de amusementsindustrie het afgelopen jaar. En zoals altijd diende ik mij tevreden te stellen met de kruimels die van tafel vielen.